Het was in de trein naar de luchthaven. Op Berchem station stapte een man in. Hoewel de trein redelijk leeg was, zeg dat ongeveer 45% bezet was, wilde hij naast mij zitten. Niet aan de overkant, waar een lege tweepersoonsbank stond te pronken, nee, naast mij, waar mijn tas lag.
(Nu klinkt dit asociaal, maar dat is het niet, het is juist heeeel erg sociaal, want het was nog voor elf uur en iedereen uit mijn directe omgeving weet dat naast mij zitten op dat moment geen pretje is, daar wil ik de onbekenden in de trein impliciet dan ook voor behoeden middels een tas op de zitplek naast me, want ze kennen me niet, maar deze man had er geen boodschap aan.)
Hij wilde naast me zitten, want hij wilde niet tegen de richting in reizen, zo zei hij.
Kom maar dan, meneer van waarschijnlijk midden zeventig.
Ik las een krant die ik bij uitzondering had gekocht (in plaats van gekregen), de zon scheen door het raam, er waren toch zeker ingrediƫnten om mijn ochtendhum tot een minimum te beperken.
Ook daar had de man geen boodschap aan. Ik heb respect voor oudere mensen, maar toch werd ik lichtjes ongerust toen zijn elleboog op mijn heupbot steunde. Misschien dacht hij dat zo'n tussenarmsteun betrof? Het leek echter alsof hij steeds meer druk zette, mijn panikerende hoofd had al een beeld gecreƫerd van een doorboorde nier. Ik moest rustig blijven. Ik beeldde me vast in dat hij mijn kant op schoof. Laat die lieve oude man toch, zijn evenwichtsorgaan is vast niet meer wat het ooit geweest is. Zo veel ouderen zijn eenzaam.
Hop! Daar was de conductrice en opeens zat hij keurig aan zijn kant van de bank. Ik hoopte dat de conductrice daar zou blijven staan tot mijn eindhalte. Wat ze niet deed. En zodra ze weg was, jawel, daar ging zijn arm weer en ook zijn linkerbeen viel lekker nonchalant tegen mijn rechter variant. Zijn jasje spreidde hij uit over zijn schoot.
Oke, ik wil best de eenzaamheid bestrijden maar dit ging me te ver. Ik vroeg hem of hij alstublieft zijn arm uit mijn nier wilde halen en hij verontschuldigde zich.
Toen hij vervolgens wederom met zijn been tegen mijn been aanzeeg, schoot het mijne abrupt de linkerhoek in.
"Dat ook niet?"
Nee meneer, dat liever ook niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten