Het begint met haar ogen.
Donker als de nacht, zei een puber eens in een liefdesbrief. Nu is de puber ouder en heeft literatuurgeschiedenis gestudeerd, dus zijn haar ogen niet meer donker als de nacht maar als een gat in een masker, daar waar ogen eruit geknipt zijn en doordat er geen oog te zien is, of: nu juist daar waar je de opening naar de ziel verwacht een lege ruimte je naar binnen zuigt, is het nog donkerder dan een lichtloze holte op een andere plek.
Toen de ergste pijn voorbij was, kwam ze overeind. "Iemand van een paar huizen verderop heeft drie dagen dood onderaan zijn trap gelegen, dus." Maar die voelde tenminste de de blauwe plek niet. De blauwe plek die na een paar dagen al richting donkerpaars evolueerde en vandaag definitief is overgegaan in diepzwart.
Door een installatie met drie spiegels, kan ze eindelijk zelf het resultaat van haar valpartij volledig aanschouwen. Ze schrikt, hoopt dat het wegtrekken niet al te lang zal duren, want vrijdag gaat ze zwemmen en de inktvlek komt net boven haar bikinibroekje uit.
Dus zo voelt een tatoeage die je niet meer mooi vindt. Dacht ze.
Maar ook die gedachte lost uiteindelijk op en met een blanco brein loopt ze de trap af.
Ze zitten overal op haar lichaam. Er waren er al zovelen geweest die de puntjes hadden willen verbinden met een stift of een oogpotlood. Geen enkele had de gore moed gehad dit ook echt te doen. En moed hebben ze nodig ja, want ze is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Zo weet ze al vanaf kleins. (Als Iedereen het zegt, zal het wel waar zijn en gedraag je je er naar, om Iedereen niet teleur te stellen.)
Ze pakt een mesje en snijdt een moedervlek uit haar huid, plakt 'm op papier.
Altijd al was ze benieuwd geweest wat er onder de moedervlekken zou zitten. Een soort touwtje misschien, dat diep onder de huid geworteld was? Zou de vlek enkele millimeters onder huid nog steeds zichtbaar zijn? Zouden er nieuwe moedervlekken teruggroeien, of had ze de bron ook meteen verwijderd?
Na een half uur liggen er al ongeveer twintig vlekjes op haar blad. Ze heeft er nog redelijk wat te gaan op de voorkant van haar lijf. De achterkant van haar benen is ook geen probleem. Maar haar rug... Ze vraagt zich af wie zich daaraan zou willen wagen. De enige die ze kan bedenken is haar ex van twee jaar geleden. De spelletjes die hij voorstelde waren even interessant als haar actuele project.
Maar hij woont niet meer hier.
Hij is verhuisd.
Nadat hij haar straat bloedrood had geverfd.
Er was een dag waarop ze geen vals katje meer was en ze droeg een bloemetjesjurk, gekocht in een tweedehandswinkel. Niet omdat ze niet wil dat de wereld vergaat, maar uit gierigheid. De wereld moet toch een keer vergaan, die duizenden jaren meer of minder maken niets uit, mits je je niet doodstaart op je eigen minuscule leventje en even denkt aan al die generaties die al teloor zijn gegaan.
Ze herpakt zich. Vandaag heeft ze haar bloemetjesjurk aan en ze houdt van de wereld. Ze houdt van het hondje dat tegen haar lievelingsboom aan pist, ze houdt van de tegel die plotseling water tegen haar scheen spuit als ze erop stapt. Ze houdt van de bomen, de lucht, de wolken, de bloemen, bijtjes, kikkers, dril.
Ze kan dit toch niet.
Het klonk zo goed! "Je moet positief denken, je kunt je hoofd trainen." Maar ze is ongeduldig en als iets (vul zelf in) niet binnen een paar uur lukt, dan verklaart ze het onhaalbaar.
Is ze lui? Is ze verwend? Is ze het allebei? Is ze depressief? Is ze het alledrie?
Ze gaat naar huis en trekt de bloemetjesjurk uit. In de spiegel bekijkt ze de ogen die ooit zwart als de nacht zijn genoemd, en daarna zwart als de uitgeknipte ogen in een masker. Hardop telt ze de moedervlekken op het blad, terwijl ze met haar linkerhand een oogpotlood uit haar make-uptasje vist.
Ze schrijft een '1' op haar linkerarm, net naast haar elleboog. De '2' komt op een plekje dicht bij haar oksel.
Als ze bij twintig is aangekomen, is ze naakt en rillerig. Het is koud in de badkamer, het raam staat open en buiten vriest het.
Onder de douche verdwijnen de getallen in het putje, ze telt mee af.
Terwijl ze zich laat drogen aan de lucht, vertelt de spiegel dat haar ogen steeds groener worden.
Wauw
BeantwoordenVerwijderen